Ergotherapie richt zich vooral op het dagelijks handelen en wordt ingezet als activiteiten die eigenlijk automatisch behoren te gaan, niet meer (volledig) lukken. Denk bijvoorbeeld aan aankleden, schrijven, eten, boodschappen doen, fietsen, huishoudelijk werk of het beoefenen van je hobby’s. Eigenlijk allemaal handelingen die voor veel mensen heel normaal zijn. Maar wat als het niet meer zo vanzelfsprekend is? Een ergotherapeut bekijkt samen met de cliënt hoe deze activiteiten weer zoveel mogelijk zelfstandig opgepakt kunnen worden.

Ergotherapie versterkt het dagelijks handelen, vaak met een praktische insteek. Samen met de cliënt wordt er gekeken naar de dingen die voor hen belangrijk zijn weer zelfstandig uit te kunnen voeren. Wat is er nog wel mogelijk en in wat voor omgeving moet dat gebeuren? Wat zijn de mogelijkheden thuis of op het werk? Wat kan en moet er verbeteren? Dit geldt niet alleen voor de inrichting van een huis of het gebruik van hulpmiddelen, maar heeft ook betrekking op het handelingspatroon van de cliënt. De ergotherapeut onderzoekt zo nodig wat de oorzaken zijn van de problemen in de uitvoering van de activiteiten en welke mogelijkheden er zijn om die problemen op te lossen of te verminderen. Dit wordt verwerkt in een plan van aanpak waarna de behandeling kan worden gestart.